Schiet niet meteen in paniekmodus wanneer je harige Mattie wagenziek blijkt te zijn; dit is namelijk niet uitzonderlijk. Zo heeft zelfs één op de vijf honden last van wagenziekte.
En of je viervoeter nu snel misselijk wordt of zelfs moet braken; ieder hondenbaasje wil dit het liefst voorkomen. Daarom zetten we hieronder 10 tips op een rij die helpen om wagenziekte te verminderen of zelfs te voorkomen.
Hoe ontstaat wagenziekte?
Wagenziekte heeft alles te maken met het evenwichtsorgaan. Daarom is het niet gek dat jonge honden er meer last van hebben dan volwassen viervoeters. Bij jonge stuiterballen is het evenwichtsorgaan namelijk nog niet (volledig) ontwikkeld. En we weten allemaal dat een autoritje vaak gepaard gaat met abrupte bewegingen. Gooi daar een flinke dosis opwinding en stress bovenop en voilá: hét recept voor misselijkheid. Het goede nieuws is dat dit voor de meeste (jonge) honden slechts een fase is. Uiteindelijk raken ze gewend aan autoritjes. Toch zijn er honden die — helaas — last blijven houden van wagenziekte.
Wat zijn de symptomen?
Vind je het lastig om te achterhalen of je hond wagenziek is? Hieronder zetten we de meest voorkomende symptomen op een rij:
- Kokhalzen of zelfs braken
- Trillen
- Piepen en/of janken
- Hijgen
- Smakken of likken van de lippen
- Diarree
- Een rusteloos gevoel
- Overmatig kwijlen
Hoe ga je wagenziekte tegen?
Voor honden die snel wagenziek worden staat een autoritje gelijk aan behoorlijk wat stress. Dit zorgt dan ook voor een negatieve associatie.
Laat je het probleem té lang doorsudderen? Dan is de kans groot dat je viervoeter nóg meer last krijgt van wagenziekte. En het probleem lost zich helaas ook niet vanzelf op. Tijd dus om dit probleem goed aan te pakken! Hieronder zetten we de tips op een rij:
Tip 1 – blijf trainen
Laat je hond wennen aan de auto en blijf dit proces herhalen; trainen is hét sleutelwoord.
Zorg overigens dat je de training rustig opbouwt. Dit houdt in: zet je hond rustig in de auto, start de motor en blijf een paar minuten in de auto zitten. Gaat dit goed? Herhaal hetzelfde proces dan op een later moment. Bouw dit steeds verder uit naar bijvoorbeeld van de oprit op- en afrijden. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je de autoritjes steeds langer maakt. Vergeet daarbij niet om je hond bij goed gedrag te belonen.
Tip 2 – Begin op jonge leeftijd
Ook al is je hond nog een pup; zorg dat je hond op jonge leeftijd al aan autorijden went. Het cliché is namelijk waar: hoe jonger je begint, hoe makkelijker je pup gaat wennen.
Tip 3 – Zorg dat je hond zich comfortabel voelt
Net als thuis, moet je hond zich óók in je auto veilig voelen. Zorg daarom dat je harige vriendje zelf de auto instapt (of springt). Hierbij is het belangrijk dat je niks forceert wat je hond niet wil.
Soms kan een speciale reismand, een bench of een veiligheidstuigje helpen om je hond zich op zijn/haar gemak te laten voelen.
Wist je overigens dat sommige honden zelfs zieker worden als ze vervoerd worden in de kofferruimte? Verplaats je viervoeter in dat geval naar de achterbank of zelfs voorin de auto. Zorg overigens wel dat je dit op een veilige (én toegestane) wijze doet.
Tip 4 – Geef je hond geen eten vlak voor het autoritje
Ga je met je hond op pad? Zorg in dat geval dat je viervoeter vóór het autoritje niks eet. Hierdoor kan de misselijkheid afnemen en is de kans klein dat je harige vriendje moet braken.
Blijf je wat langer van huis? Neem dan wat brokjes mee; deze kan je dan op de plek van bestemming geven. Zo hoeft je hond in ieder geval geen honger te lijden. Vergeet hierbij niet om voldoende (vers) drinkwater te geven.
Tip 5 – Zorg voor een aangename temperatuur
Warmte kan de misselijkheid verergeren. Zorg daarom altijd dat je auto lekker koel is; zet je raam op een kiertje of gooi de airco aan.
Tip 6 – een knuffel of deken is een must
Je hond voelt zich veilig rondom de vertrouwde geur van zijn/haar knuffel en/of deken. Vergeet deze dus niet mee te nemen!
Tip 7 – Schaf speciaal speelgoed aan
Door speelgoed aan te schaffen voor (lastige) autoritjes zorg je voor een positieve associatie. Laat je hond echter alléén met het speelgoed spelen tijdens autoritjes.
Tip 8 – Plan genoeg pauzes in
Heb je een lange autorit voor de boeg? Las dan voldoende pauzes in voor genoeg beweging en het doen van zijn/haar behoefte. Zorg er ook voor dat je hond genoeg te drinken krijgt. Kortom, een momentje van ontspanning.
Tip 9 – laat je hond nooit alleen
Een hond die last heeft van wagenziekte is gestrest. En dit wil je zeker niet erger maken door je viervoeter alleen te laten; zelfs niet voor even of met de ramen open. Dit heeft namelijk een averechts effect.
Tip 10 – Zorg voor positieve associaties
Een simpele, maar effectieve tip: zorg dat je hond autorijden als iets positiefs gaat ervaren. Ga bijvoorbeeld op pad om een lange wandeling te maken, uitgebreide speelsessies te houden of te zwemmen. Probeer dit consequent te doen, zodat je harige vriendje langzaamaan went aan autoritjes én autorijden — hopelijk — steeds leuker gaat vinden!
Medicijnen voor wagenziekte
Blijkt dat alle moeite voor niks is geweest, omdat je hond last blijft houden van wagenziekte? Niet getreurd! In dat geval raden we aan om een bezoekje aan je dierenarts te brengen. Deze kan medicatie voorschrijven tegen wagenziekte. Een bekend middel is Cerenia: een antibraakmiddel voor honden. Overleg echter wel goed met je dierenarts voordat je overgaat tot medicatie.
Maak je liever gebruik van een homeopathisch middel? Ook dat kan!